Het Ruilwinkeltje heeft een nieuwe jas

Het Ruilwinkeltje is in Beijum al jaren een begrip. Buurtbewoners weten dat ze er doordeweeks terecht kunnen voor kleding en speelgoed. Ooit zomaar opgezet door wat moeders uit de buurt, wordt het nog altijd gerund door enthousiaste vrijwilligers. Begin dit jaar verhuisde het winkeltje naar De Wegwijzer. Een goede gelegenheid om eens bij te praten met twee van hen: Gea en Jessica.

“Wij zijn er voor Beijum, en iedereen die hier in de wijk woont is welkom. Of je nou wel of geen geld hebt. Mensen mogen hier ook met een Ferrari komen aanrijden, bij wijze van – alleen verwacht ik dan wel dat ze ook weer iets moois inleveren. Want dat verwacht ik van iedereen”. Jessica zegt het breed lachend, maar ze meent het. Het Ruilwinkeltje is er niet alleen voor mensen met een kleine beurs. “Je kunt lang niet altijd zien of iemand veel of weinig geld heeft. Iedereen kan zijn redenen hebben om zuinig aan te doen. En sowieso is tweedehands kleding populairder geworden, net als vintage dingetjes, meubeltjes. Wij zijn vooral gericht op kinderen: kleertjes, speelgoed, boekjes, dat soort dingen. Maar we hebben ook volwassen herenkleding en dameskleding.”

Het winkeltje wordt door Jessica beheerd. Zij was zelf een van de vrouwen die aan de wieg hebben gestaan, in 2012. Gewoon een stel moeders dat aan de praat raakte bij de buitenschoolse opvang. Al gauw was een idee geboren: “een tweedehandswinkel, maar dan anders”. Dat werd het Ruilwinkeltje, en het sloeg aan. Jessica is ermee vergroeid geraakt: “Ik zeg altijd: dit is mijn kindje. Een heleboel mensen kennen mij ook als ‘het winkeltje’. Ik kan bijna niet naar buiten gaan zonder dat een kind gilt: Jessica! Maar dat is juist leuk. Ik doe nooit uit de hoogte, ik mag graag grapjes maken, ik speel met die kinderen. Dit moet gewoon een veilige plek zijn voor mensen, en het moet een thuisgevoel geven”.

Iemand met mijn maat kan zomaar vragen: Jes, ik zoek dit-of-dat. Heb jij thuis niet zoiets hangen? Wil je eens kijken?

Ze kent haar klanten, en dat maakt het dankbaar werk. “Ik heb een heleboel mensen in de app, of via messenger, op facebook hebben we een pagina, dus daar kunnen mensen ook reageren. Het gebeurt wel dat iets binnenkomt en ik het even bewaar voor iemand, of een berichtje stuur dat ik iets heb liggen. Het gezicht van zo’n kind als je ze dan iets geeft! Een kind kan ergens blij mee zijn zonder te kijken of iets nieuw is of tweedehands, of het duur is of niet.”

Een van die klanten was Gea. Ruim een jaar geleden kwam ze binnenlopen, gewoon om eens rond te kijken. Ze werd een van de vaste vrijwilligers. “Ik ben van oorsprong verpleegkundige. Toen ik arbeidsongeschikt raakte, kon ik het zware werk niet meer doen. Maar ik miste het menselijk contact. Hier hadden ze mensen nodig en zo ben ik erin gerold. Ik vond het zo leuk! Ik had weer een doel en hoorde er weer bij. Nu kom ik twee keer in de week. En daarnaast ga ik bij WIJ Beijum van start met een groepje mensen die gezonder willen leven.”

Van ruilen komt juist geen huilen
Ruilen, dat was het slimme idee waar alles mee begon. Jessica: “Al hebben mensen weinig geld, kleding hebben ze eigenlijk altijd wel over, vooral mensen met kinderen. Want een kind groeit uit een bepaalde maat, dus die kleding heb je dan weer over. Heb je geen geld voor iets nieuws, dan is het ideaal als je die oude maat kunt ruilen tegen een nieuwe maat. En zo heeft iemand anders dus weer wat aan de kleding die jij niet meer gebruikt. Dat principe bleek een gigantisch succes, dat navolging kreeg met dit soort winkeltjes bij andere WIJ-teams. Daar mogen we toch wel trots op zijn.”

Maar, zegt Gea: “Hier komen ook mensen van wie we weten dat ze eigenlijk geen geld hebben. Dan geven we ze soms gewoon spullen mee. Of als ze een beetje kunnen missen, dan betalen ze dat. Sommige mensen hebben geen geld voor een baby-uitzet. Nou, hier worden ook wel eens kinderwagens gebracht, of buggy’s, bedjes, boxen, kleding. Dan kunnen ze dat voor een klein bedrag kopen”.

Het prijskaartje er nog aan
Er liggen mooie spullen. Soms is ingebrachte kleding gewoon nieuw, het prijskaartje er nog aan. Al met al is het echt een gezinswinkeltje: ouders komen er voor kinderkleertjes, maar kijken meteen even of er iets voor henzelf bij is. Jessica: “Daarbij komt: voor een baby is het soms nog niet mogelijk om kleding te ruilen. Als een kind net uit maat 56 is gegroeid: tja, daarvoor hád je nog niks. Dus dan vraagt zo’n moeder: mag ik ook kleding van mijzelf inleveren, of iets anders? Dan is het fijn dat praktisch alles inleverbaar is. Ik zeg altijd: we nemen álles aan, behalve de man en het kind zelf, haha.”

Het winkeltje brengt ook gezelligheid. Vaste klanten komen net zo makkelijk even langs voor een babbeltje tussendoor. En af en toe blijkt dat iemand echt ergens mee zit, of iets kwijt moet. Dan scheelt het dat je elkaar kent. Dat je zoiets net even makkelijker aankaart bij een van de vertrouwde gezichten van het winkeltje. Soms kunnen zij een goeie suggestie doen, bijvoorbeeld om eens door te praten met die-of-die van het WIJ-team. Want die mensen hebben ze in de loop der jaren evengoed leren kennen. Jarenlang zaten ze in hetzelfde pand.

Gea: “Sinds ik in het winkeltje werk, ben ik beter thuis in de buurt. Ik weet nu wat WIJ Beijum doet, en wat voor stichtingen en verenigingen er zijn. Ik zit er opeens middenin. Hier zijn veel mensen die iets voor elkaar willen betekenen. Dat had ik vroeger niet zo door, maar er gebeurt veel. En inderdaad, er wonen ook mensen die het echt minder goed hebben. Mensen die de voedselbank hard nodig hebben. Dat had ik niet verwacht.”

Rot genoeg als je blut bent, maar je hoeft je er niet voor te schamen. Het kan iedereen overkomen!

Knuffels voor hergebruik
Alle kleding die binnenkomt wordt zorgvuldig geselecteerd, en zo nodig gewassen. “Voor het winkeltje moet het er mooi uitzien en schoon zijn, geen vlekken, niet kapot, er mogen geen pulkjes aan zitten of zo. Kleding die toch minder geschikt is gaat naar de zeecontainer: mensen die bij de voedselbank zitten kunnen daar nog wat weghalen”. En anders? Moet de rest bij het vuilnis? Soms is recycling een optie, vertelt Jessica: “Voor scheerapparaten, of eigenlijk alles met een snoer dat niet meer werkt, hebben we contact met een man van een recyclingbedrijf. Ook als we speelgoed binnen krijgen en we twijfelen of het ’t nog doet, kan hij het misschien nog repareren, of er gebruik van maken”. Gea: “Af en toe komt hier een mevrouw voor de mand met weggooikleding, om te zien of er bruikbare lapjes tussen zitten. Daar maakt zij weer allerlei dingetjes van. En dierenasiels hè, die vragen ons vaak om oude handdoeken of dekens. Of knuffels. Laatst kwam de vraag of we voor demente mensen knuffels wilden sparen”.

Intussen is Jessica een opleiding gaan doen: “Hier bij De Wegwijzer, een eerstejaars mbo-opleiding detailhandel. Want ik heb altijd in de horeca gewerkt, en dit is mijn eerste ervaring in de detailhandel, om het eens zo te noemen. Ik wil me verder ontwikkelen richting manager. Zodat ik voortaan wat beter weet waar ik eigenlijk mee bezig ben”.

Weer een maatje groter
De Wegwijzer aan de Ypemaheerd, dat is waar ze tegenwoordig zitten. Want ook het Ruilwinkeltje zelf groeide al meermalen uit zijn krappe jasje, maar telkens lukte het om weer passende ruimte te vinden. Dit voorjaar verhuisden ze naar deze veelbelovende plek, met een heus magazijn, en weer nieuw publiek. Gea: “Het taalcentrum zit daar”. Jessica: “De bibliotheek zit er ook bij in. Dus ik hoop hier weer een heleboel mensen te treffen die ons nog niet kenden. Al kan ik me dat bijna niet voorstellen!”