De drukke agenda van Diana

Vier kinderen heeft ze, maar Diana laat zich niet thuis opsluiten: alle dagen zet ze zich in bij WIJ Beijum. Ze wil onder de mensen zijn en dan zien wat ze kan doen. Dat levert een volle agenda op. Dinsdags helpt ze bij de voedselbank; de rest van de week doet ze activiteiten met jonge kinderen en hun moeders. Tussendoor dient zich van alles aan en anders staat ze wel met kleertjes in het leuke ruilwinkeltje. En op de maandag volgt ze een opleiding.

Voor Diana begon het vier jaar terug toen de jongste kinderen nog klein waren. Schoorvoetend ging ze met iemand mee naar de moeder-en-kindgroep bij WIJ Beijum, waar ze wel benieuwd naar was. En dat klikte. Al gauw stond ze zelf als vrijwilliger in het winkeltje waar je kinderkleertjes kunt brengen en omruilen. Diana kreeg de smaak te pakken. “Op een gegeven moment dacht ik: het is wel leuk, maar ik wil nu wel verder. Straks begint één van de kindjes op de basisschool en dan heb ik weer meer tijd. Ik wil steeds een beetje verder groeien.”

Lekker met die kinderen een beetje kletsen, hoe hun dag is geweest. Samen drinken we wat, eten wat fruit, dingen die ze soms thuis niet hebben.

Verschil maken
Met een participatiebaan kon ze serieus aan het werk bij WIJ Beijum. Ze ging er de Entree doen, waar iedereen die binnen komt lopen, welkom is. En daar bleef het niet bij. “Ik ben hier met twee moeder-en-kindgroepen begonnen en op de Doornbosheerd heb ik nog een groep met kinderen uit gezinnen waar veel problemen zijn. Als die uit school komen gaan we daar lekker een beetje mee zitten kletsen en laten ze hun verhaal doen, hoe hun dag is geweest. Samen drinken we wat, eten wat fruit, dingen die ze soms thuis niet hebben. Aan de Isebrandtsheerd kunnen we knutselen of we gaan met de kinderen iets lekkers maken, iets bakken of wat dan ook. En voor de rest, ja, eigenlijk komen hier allerlei mensen binnen met vragen, en dat kan!”

Veel van de mensen die ze ontmoet hebben geldzorgen. “Er zijn mensen die ik kan helpen met een aanvraag voor de voedselbank. Of ik ga met ze mee naar de Groningse Kredietbank. En als het moet ga ik zelfs met ze mee naar de rechtbank. Dan hebben we het over bijvoorbeeld huisuitzettingen. Mensen hebben schulden, of ze worden uit de bewindvoering gezet”.

Ongeopende post
Armoede kan verlammend werken. “Er is vaak heel veel om uit te zoeken. Zeker als mensen het zelf gewoon niet meer zien. Ze laten de post ongeopend liggen. Ze denken: bekijk het maar, ik wil het allemaal niet meer. Op zo’n moment bij jij er om het samen met hen te doen. Zo groeit iets van een vertrouwensband. Dus wanneer iemand ergens naartoe moet en er stilletjes tegen opziet, merk ik dat vaak wel. En dan denk ik: als jij het wilt, ga ik met je mee. Dat kan echt een verschil maken. Die persoon weet: oké, ik heb toch iemand achter me staan.”

Door allemaal oude schulden kwam ik zelf bij de voedselbank terecht. Dus ik weet goed waar het over gaat.

Een klein supermarktje
Diana weet waarover ze het heeft, als het om armoede gaat. Ook voor haar is het een lange weg geweest. “Ik heb zelf een tijdje op straat gezeten. Op mijn dertiende ben ik uit huis gegaan. Ik dacht: ik wil hier gewoon weg, weg van huis. Vanuit Groningen kwam ik bij een vriendin in Utrecht terecht, en ja, dan ga je een beetje van hier naar daar. Op die manier beland je in een heel ander milieu. Zes jaar heb ik in Utrecht gezeten. Tot ik besefte dat het zo echt niet langer kon. Op een feest in Groningen leerde ik iemand kennen en zo ben ik uiteindelijk teruggekomen. Ik kreeg weer contact met mijn ouders. Dat zit nou ook allemaal wel weer goed. Toen er kindjes kwamen zat ik nog wel opgezadeld met allemaal oude schulden, ook door mijn ex uit Utrecht. Zo kwam ik zelf bij de voedselbank. Dus ik weet goed waar het over gaat. Daarom vind ik het mooi dat ik er nu voor zulke mensen kan zijn.”

De voedselbank is voor veel mensen een uitkomst. “Het is eigenlijk een klein supermarktje. Je neemt gewoon zelf tassen mee en er loopt even iemand een rondje met je mee, overal langs. Voor een paar gezinnen hier in Beijum is het onmogelijk om zelf naar de voedselbank te gaan, door ziekte of wat dan ook. Dus dan springen wij zolang in, om de boodschappen voor ze te halen.”

Jongleren
Diana is een makkelijke prater. Inmiddels wordt ze nogal eens uitgenodigd om te komen vertellen over armoede. Zo bereikt ze een breed publiek: “mensen van gemeente Groningen die over het armoedebeleid gaan, de wethouder, WIJ-teams, consultatiebureaus en verpleegkundigen, wat dan ook”. Zie dat allemaal maar te combineren met de opvoeding van vier kinderen. “Ik heb twee grote kinderen, en twee kleintjes van 5 en 6. De oudste is nu achttien. Ze wonen allemaal nog thuis”. En er wordt gestudeerd! “Ja, ik doe nu de opleiding ‘begeleider specifieke doelgroepen / verzorgende individuele gezondheidszorg. Dus elke maandag ga ik naar school van half twaalf tot half acht. De rest van de week werk ik hier én zorg ik voor mijn vier kindjes thuis – dus ik heb het best heel druk!”