Hoe is het geregeld?

Woon je thuis maar kun je daarbij niet zonder een zekere ondersteuning, dan is ook dat geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente is (deels) verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met een beperking, of mensen met chronische, psychische of sociale problemen.

Die ondersteuning kan bestaan in de vorm van hulpmiddelen (zoals een traplift of een scootmobiel), aanpassingen in het huis waar je woont, persoonlijke begeleiding bij dingen die je moeilijk afgaan, groepsbegeleiding en dagbesteding: kortom, al die dingen die net even het verschil kunnen maken, zodat je toch thuis kunt blijven wonen en volwaardig meedoen in de samenleving.

Zorgverzekeringswet

Hoe het moet als je thuis woont en daarbij verpleging of lichamelijke verzorging nodig hebt, is geregeld in de Zorgverzekeringswet. Voor die hulp is je zorgverzekeraar verantwoordelijk.

Als je niet meer zelfstandig thuis kunt wonen

Hoe het moet als je niet meer thuis kunt wonen en langdurig aangewezen bent op zorg en verblijf in een instelling, is geregeld in de Wet langdurige zorg (Wlz). Het gaat in die wet om mensen die permanent een vorm van zorg of toezicht nodig hebben, bijvoorbeeld mensen met dementie, een lichamelijke ziekte, een lichamelijke of verstandelijke beperking. Of je ervoor in aanmerking komt bepaalt het Centrum Indicatiestelling Zorg. Verantwoordelijk is het zorgkantoor.

Anders ligt het bij beschermd wonen (voor mensen met een psychische aandoening), of bij maatschappelijke opvang (voor daklozen, maar ook bij huiselijk geweld). Dat is geregeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente Groningen, niet alleen binnen de stadsgrenzen maar ook voor alle andere gemeenten in de provincie Groningen.